De druiven voor deze wijn komen uit de Argentijnse regio Alto Valle de Rio Negro, Patagonia. Voor deze wijn vindt in december een groene oogst plaats en wordt het aantal trossen beperkt voor meer concentratie. Van 8 tot 16 april worden de druiven met de hand geoogste. Dit gebeurt in kratten van 20 kilo in de druiven niet te beschadigen. Er vindt een dubbele selectie plaats, allereerst van de trossen en vervolgens druif voor druif. Allereerst laat men de druiven bloeden voor een concentratie van het sap. Vervolgens vindt vóór de vergisting een koude schilwerking plaats gedurende 5 dagen bij een temperatuur van 10 - 12 °C. Daarna vergist men de most bij een gecontroleerde temperatuur van 26 - 28 °C gedurende 30 dagen. Hierbij wordt de wijn viermaal per dag overgepompt voor een optimale beluchting. Vervolgens rijpt 100% van de wijn 12 maanden op vaten van Frans eiken.